Moeders werken meer, ook meer ‘anderhalfverdieners’

De afgelopen 15 jaar zijn vrouwen met jonge kinderen steeds meer gaan werken. Ook komt het steeds meer voor dat zowel de man als de vrouw werkt, meldt het CBS.

Er waren vorig jaar 3,3 miljoen paren waarvan een of beide partners werkten. Vaak werkt een van de twee fulltime en de ander parttime. Bij deze ‘anderhalfverdieners’ heb je grote en kleine anderhalfverdieners. Bij de ‘grote’ werkt de parttimer 20 tot 35 uur, bij de ‘kleine’ is dit minder dan 20 uur per week.

Het CBS keek de afgelopen 15 jaar naar paren waarvan één of beide partners werkten. In 2003 was in 34,1% van deze paren er maar één van beide partners werkzaam. De ander werkt dan dus niet. In 2018 was dit percentage eenverdieners gezakt naar 26,7%.

In 2003 hoorde 27% van de werkende paren tot de groep grote anderhalfverdieners, dit was in 2018 de grootste groep geworden met 36,3%. De partner die in deeltijd werkt, is dus in 15 jaar steeds meer gaan werken. Dit zijn vooral vrouwen. Ook moeders met jonge kinderen zijn steeds meer gaan werken. In 2003 werkten vrouwen met jonge kinderen gemiddeld 15 uur, 15 jaar later is dit bijna 22 uur. Mannen met jonge kinderen zijn gemiddeld juist iets minder gaan werken. Van 39,3 uur per week, naar 38,7.

Terug naar overzicht